Zuinig zijn met grondstoffen

De vraag naar bouwgrondstoffen neemt toe terwijl deze wereldwijd schaarser worden. Daarom werken overheden samen met bedrijven aan een nieuwe, circulaire economie waarin we zuinig omgaan met grondstoffen. Het voorkomen van afval en het volledig, zo hoogwaardig mogelijk, hergebruiken van grondstoffen staat in een circulaire economie centraal. Bij bouwprojecten komt grond vrij. En bij het onderhouden van sloten, rivieren en havens komt baggerspecie vrij. Ook deze moeten we hergebruiken.

Voor de productie van beton is deze overtollige grond niet geschikt. Wel om land op te hogen of geluidswallen te maken. Maar er komt meer grond vrij dan we voor dergelijke situaties nodig hebben. Vandaar dat de overheid het onder heldere voorwaarden toestaat om met vrijgekomen grond nieuwe natuur te creëren.

Wat is bruikbaar?

Je mag (je bent zelfs verplicht) grond en baggerspecie hergebruiken als deze toepasbaar is. Toepasbaar betekent: geschikt voor een zo hoog mogelijke toepassing gezien de kwaliteit. Niet toepasbare grond of baggerspecie mag je nooit toepassen. Deze wordt afgevoerd naar een depot of wordt gereinigd. 

Wat is licht verontreinigde grond?Ontrafeling van verwarrende wettelijke termen

Er is soms wat onduidelijkheid over de kwaliteit van de grond die voor deze verondieping wordt toegepast. Dat is begrijpelijk want de wet is behoorlijk complex. Volgens de wettelijke normering is grond in de tuin lang niet altijd ‘klasse schoon’.

Schone grond is er niet meer

Grond wordt ingedeeld in verschillende klassen. Die indeling gebeurt aan de hand van de hoeveelheid van een groot aantal stoffen die – soms van nature, soms niet van nature – in die grond zitten. De eerste klasse is wat vroeger schone grond werd genoemd en nu klasse achtergrondwaarde heet. In deze grond is de verontreiniging zo gering dat deze overal voor is te gebruiken. Honderd procent schone grond hebben we niet in onze Nederlandse delta.

Klasse Wonen is licht verontreinigde grond

De tweede klasse is ‘herbruikbare grond’. Onderverdeeld in ‘klasse wonen’ en ‘klasse industrie’. Onder ‘klasse wonen’ valt grond met hoeveelheden stoffen bóven de achtergrondwaarden. Met andere woorden: grond ‘klasse wonen’ – grond waarop men kan wonen – is volgens de wet (Besluit bodemkwaliteit) geen ‘schone grond’ maar licht verontreinigde grond. Deze grond kan volgens diezelfde wet gebruikt worden bij het verondiepen van waterplassen, omdat het verantwoord is voor mens en omgeving. Voor grond ‘klasse industrie’ geldt dat deze ook kan worden gebruikt, maar dan is een speciale vergunning van de waterbeheerder vereist. Deze grond is matig verontreinigd, maar toepassing leidt niet tot schade voor mens en natuur.

Herbruikbare baggerspecie

Voor baggerspecie geldt een min of meer vergelijkbare indeling als het gaat om hergebruik. ‘Klasse wonen’ heet hier ‘licht verontreinigd’. En ‘klasse industrie’ heet ‘matig verontreinigd’. Anders dan bij grond mag baggerspecie ‘matig verontreinigd’ ook zonder speciale vergunning van de waterbeheerder worden gebruikt als het afkomstig is uit het eigen stroomgebied van de rivier. Een landsgrens is hierin niet bepalend, wel de kwaliteit van de baggerspecie. Deze kwaliteit moet altijd voldoen aan de Nederlandse norm.

uitgraven damsterdiep
herbruikbare grond voor verondiepen

Welke stoffen zijn toegestaan?Testen op stoffen groslijst

In elke bodem zitten van nature allerlei stoffen. Voor grond en baggerspecie is in het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) genormeerd welke stoffen en hoeveel ervan maximaal toegestaan zijn. Risicovolle stoffen staan op een zogenaamde groslijst. Bij beoordeling van de kwaliteit van een bodem wordt deze op het standaard stoffenpakket van deze lijst getest. Als er aanwijzingen zijn voor andere risicovolle stoffen – bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen in grond afkomstig uit een boomgaard – dan wordt ook daarop getest. 

Stoffen die uitlogen (die langzaam oplossen in lucht of water) mogen helemaal niet in hergebruiksgrond voorkomen. Grond met zo’n stof wordt afgevoerd naar een speciaal depot voor reiniging. 

Zorgplicht

Niet-genormeerde stoffen en stoffen die niet op de groslijst staan, vallen onder de wettelijke zorgplicht. Dit betekent dat bij bijvoorbeeld het hergebruik van grond of bagger in een diepe plas de kwaliteit van het water niet mag verslechteren. Bij het geringste vermoeden van nadelige effecten, volgen extra controles. Worden in grond resten bouwpuin aangetroffen, dan wordt de grond altijd op aanwezigheid van asbest gecontroleerd.   

Het bevoegd gezag bepaalt op basis van de toetsingsresultaten of een partij grond of baggerspecie voor het verondiepen van een plas mag worden gebruikt.

bodemonderzoek bij verondiepen

20% bodemvreemd

Circulaire grond en baggerspecie mag volgens de Bbk 20% bodemvreemd materiaal bevatten. Bodemvreemde bestanddelen zijn takjes en boomwortels (organisch), maar ook bakstenen en betonpuin. Materialen die niet uitlogen, die dus geen schade aan de natuur toebrengen. Plastic mag er niet inzitten, alleen sporadisch. 20% bodemvreemd materiaal komt in de praktijk niet voor. Over het algemeen wordt de grens van 1% niet eens overschreden.

Altijd een leeflaagVoor gebiedseigen natuurontwikkeling

Over de toegepaste grond of baggerspecie wordt een leeflaag van minimaal 0,5 meter dik schrale grond of zand aangebracht. Deze moet passen bij de daadwerkelijke kwaliteit van de omgeving, klasse ‘achtergrondwaarde’ of ‘licht verontreinigd’. Dit gebeurt om de gebiedseigen natuur in en rondom de plas te bevorderen.