De ontdoeners: 95% overheid
Bij de aanleg van bijvoorbeeld tunnels en het onderhouden van vaarwegen en sloten komt grond vrij. Bouwbedrijven, waterschappen, gemeenten, Rijkswaterstaat, provincies moeten regelmatig van deze grond en baggerspecie af. Zij zijn de ontdoeners die in het kader van duurzaam bodembeheer een herbestemming voor hun ‘afval’ (wettelijke term voor iets waar men vanaf moet) moeten zoeken. Ca. 95% van alle hergebruikbare grond in Nederland is afkomstig van de overheid.
De ontdoener toont met een milieu hygiënische verklaring aan dat de partij grond of bagger geschikt is om te hergebruiken op de plek van toepassing.
De toepassers: natuur en geluidswallen
De toepassers willen juist herbruikbare grond toepassen voor herstel van de natuur, het verondiepen van oude zandputten, het ophogen van land en het maken van geluidswallen. De toepassers zijn vooral verondiepers: Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat, Natuurmonumenten, provinciale natuurorganisaties en zandwinbedrijven als Dekker.
De toepasser moet een toereikende beoordeling van het gevoegd gezag krijgen om een partij herbruikbare grond en bagger te mogen toepassen. Dit op basis van vastgesteld Bbk Inrichtingsplan, soms aangevuld met een Nota Bodembeheer.